Brugge, het ‘Venetië van het Noorden’, staat bekend om zijn historische stadscentrum dat in 2000 de erkenning van UNESCO-werelderfgoed kreeg. Echter, deze titel hangt nu aan een zijden draadje door de recente stadsontwikkelingsprojecten.
De alarmbellen van lokale erfgoedverenigingen, waaronder de ‘Marcus Gerards vzw’, hebben weinig effect gehad op het stadsbestuur van Brugge. Ondanks meerdere waarschuwingen van UNESCO over de geleidelijke aantasting van de erfgoedwaarden van het historisch centrum, blijven ze doorgaan met projecten die de esthetiek en integriteit van de stad in gevaar brengen.
“Het stadsbestuur heeft de afspraken met UNESCO genegeerd. De hoogbouw bij het station is een schrijnend voorbeeld van de miskenning van de erfgoedwaarden van de stad,” merkt Andries Van den Abeele, een prominent lid van de vereniging, op.
Een bijzonder zorgwekkende ontwikkeling is de ‘Visienota op hoger bouwen’ onder leiding van schepen Demon, die volgens Hubert Van Belle, de stad op een gevaarlijk pad zet. “Een mini-Manhattan naast het station is slechts het begin. We vrezen dat vergelijkbare projecten met hoogbouw ook elders in de stad zullen worden toegestaan,” zegt Van Belle.
Het stadsbestuur lijkt blind te zijn voor de ernst van de situatie. Schepen Demon beweerde onlangs dat ze op een antwoord wachten van UNESCO, terwijl documenten van het Werelderfgoedcentrum suggereren dat het initiatief voor een gesprek juist van hen kwam.
“In plaats van de situatie serieus te nemen, is het stadsbestuur bezig met het verspreiden van ‘alternatieve waarheden’ en neemt het de waarheid niet zo nauw,” zegt Ingrid Fockedey, die de ontwikkelingen op de voet volgt.
Het stadsbestuur lijkt niet bereid om de erkenning van Brugge als werelderfgoed serieus te nemen, wat een bijsturing van de erfgoedpolitiek vereist. Door de goedkeuring van projecten die flagrant tegen de regelgeving ingaan, dreigt de stad zijn status en karakter te verliezen.
De toekomst van Brugge staat op het spel. Zal het stadsbestuur luisteren naar de groeiende bezorgdheid van de burgers en actie ondernemen, of blijft het vasthouden aan zijn huidige koers? Dat blijft de vraag terwijl de klok tikt.