Het stadsbestuur van Brugge heeft aangekondigd dat het de twee resterende, vrijstaande frietkoten op de Markt zal laten onderzoeken voor mogelijke erkenning als onroerend erfgoed. Deze beslissing heeft tot doel te bepalen of de frietkoten – iconische symbolen van de Brugse cultuur – het waard zijn om te worden behouden en beschermd.
Het agentschap Onroerend Erfgoed werkt nu samen met Stad Brugge om te evalueren of deze unieke eetgelegenheden voldoen aan de criteria voor monumentale bescherming. De laatste decennia hebben veel frituristen de overstap gemaakt naar permanente vestigingen omwille van diverse redenen. Als gevolg hiervan neemt het aantal traditionele frietkoten in Vlaanderen gestaag af, waardoor de frietkotcultuur op de helling staat. Minister van Onroerend Erfgoed, Matthias Diependaele, riep daarom de lokale besturen op om actie te ondernemen om het authentieke erfgoed van Vlaanderen te beschermen.
Een vooronderzoek door de stedelijke dienst Monumentenzorg heeft aangetoond dat de frietkoten op de Markt in Brugge vooral van historische en immateriële waarde zijn. “Het gaat niet alleen om de gebouwen zelf, maar ook om de culturele, sociale en volkskundige betekenis die ze hebben voor onze samenleving”, legt Franky Demon, schepen voor Monumentenzorg, uit.
Tegelijkertijd moet er rekening worden gehouden met verschillende praktische factoren. Naast regels omtrent voedselveiligheid en afvalverwerking, maakt het ambulante karakter van de frietkoten het een uitdaging om te voldoen aan de huidige wet- en regelgeving. Dit roept de vraag op hoe men het belang van traditie en erfgoed kan verenigen met hedendaagse normen en behoeften.
Brugge heeft een diepgewortelde frietkottraditie, aldus Demon. De Gazette van Bruggemeldde in 1863 al dat er tijdens de Brugse Meifoor een frietkot stond tegenover Huis Craenenburg op de Markt. En een postkaart uit 1894 laat een frietkarretje zien aan de voet van het belfort. Vanaf 1910 zijn er foto’s beschikbaar van verplaatsbare frietkaren op dezelfde locatie. “We kunnen dus met zekerheid zeggen dat er al meer dan anderhalve eeuw frietkoten op de Markt van Brugge staan”, concludeert Demon.
Concluderend, de erkenning van de frietkoten als onroerend erfgoed zou de charme en het erfgoed van Brugge verder versterken. Deze kwestie onderstreept echter de complexe taak van het behouden van tradities in een moderne, veranderende samenleving. Er is een evenwicht nodig tussen het behoud van erfgoed en het voldoen aan hedendaagse normen en behoeften, en dit debat zal ongetwijfeld blijven voortduren.