Na een reeks verontrustende getuigenissen en bevindingen van inspecteurs, plaatst het Agentschap Zorg en Gezondheid het gerenommeerde woonzorgcentrum Prinsenhof in Brugge onder verhoogd toezicht. De situatie werpt een schaduw op de Franse Orpea-groep, waartoe het woonzorgcentrum behoort en waarvan meerdere vestigingen ondertussen onder verscherpt toezicht staan.
De geruchten rond het prestigieuze woonzorgcentrum Prinsenhof in Brugge zijn bevestigd: het etablissement wordt onder verhoogd toezicht geplaatst. Vorige maand kwamen talrijke getuigenissen naar boven die wezen op problemen met het gebouw en een tekort aan personeel. De directie beloofde de situatie grondig te onderzoeken en passende maatregelen te treffen.
Inspecteurs van het Agentschap Zorg en Gezondheid hadden al eerder hun bezorgdheid geuit. Tijdens een inspectie in december vorig jaar werden verschillende ernstige tekortkomingen geconstateerd. Joris Moonens van het Agentschap bevestigt: “Bij een nieuwe inspectie in maart troffen we opnieuw deze tekorten aan. Afzonderlijk zijn het geen grote problemen, maar gecombineerd zijn ze te omvangrijk om te negeren.”
De geconstateerde tekortkomingen betreffen onder meer medicatieveiligheid, zorgregistratie, het opstellen van zorg- en leefplannen voor bewoners en wachttijden bij oproepen. Prinsenhof zal zich nu vaker aan controles moeten onderwerpen.
Binnen 15 dagen na ontvangst van de aanmaning dient het woonzorgcentrum een remediëringsplan in te dienen bij Zorg en Gezondheid. Hierin moet aangetoond worden hoe de tekortkomingen aangepakt en verholpen zullen worden. Als er geen plan wordt ingediend of als het plan onvoldoende is, kan het Agentschap verdere stappen ondernemen in het handhavingstraject. In het uiterste geval kan de erkenning van het woonzorgcentrum worden ingetrokken.
Het Prinsenhof maakt deel uit van de Franse Orpea-groep, die 23 voorzieningen in België heeft. Minister Hilde Crevits (CD&V) uitte onlangs haar bezorgdheid over het Orpea-dossier: “Vorig jaar waren er 250 klachtinspecties bij woonzorgcentra. 37 daarvan, ofwel 14%, vonden plaats bij Orpea.” Momenteel staan zeven van de 23 Orpea-voorzieningen onder verhoogd toezicht.
Met het Prinsenhof onder scherp toezicht en de groeiende onrust rond de Orpea-groep, is het nog maar de vraag wat dit betekent voor de toekomst van de Franse zorggroep in ons land. De situatie roept vragen op over de kwaliteit van zorg en de veiligheid van bewoners in andere woonzorgcentra van de groep. Het wordt cruciaal om te monitoren of de voorgestelde verbeteringen daadwerkelijk worden doorgevoerd en of ze voldoende zijn om de problemen op te lossen.
De aandacht voor deze zaak kan ook leiden tot een bredere discussie over het toezicht op en de regulering van woonzorgcentra in België, met name die van grote internationale groepen zoals Orpea. Zal deze situatie leiden tot strengere controles en handhaving om ervoor te zorgen dat alle woonzorgcentra in het land voldoen aan de hoogste normen op het gebied van zorg en veiligheid?
De komende weken en maanden zullen cruciaal zijn in het bepalen van de toekomst van het Prinsenhof en mogelijk de gehele Orpea-groep in België. De uitkomst van het handhavingstraject en de impact op de zorgsector blijven onzeker, en het is aan de autoriteiten en het management van de betrokken woonzorgcentra om deze problemen aan te pakken en het vertrouwen van het publiek te herstellen.