Tussen 30 januari en 2 februari werden de toegangswegen naar de Zeebrugse haven geblokkeerd door boeren met tractoren, wat een golf van verstoringen teweegbracht. Deze ongekende acties dwongen gouverneur Carl Decaluwé tot het afkondigen van het provinciaal rampenplan, terwijl honderden vrachtwagens vastliepen en de dagelijkse werking van de haven ernstig verstoorde. Annick De Ridder, de havenvoorzitter, benadrukte het belang van de haven – een cruciaal knooppunt voor 1.400 bedrijven en 165.000 werknemers – en waarschuwde dat verdere blokkades juridische gevolgen zullen hebben.
In een poging om toekomstige blokkades te voorkomen, heeft het havenbestuur besloten actie te ondernemen. Na overleg met vertegenwoordigers van havengerelateerde bedrijven, heeft burgemeester De fauw aangekondigd dat er stappen werden ondernomen om dwangsommen te eisen tegen het verhinderen van toegang tot de haven. Dit initiatief wordt ondersteund door De Ridder, die aangeeft dat gelijkaardige stappen worden overwogen in andere delen van het land.
Het recente standpunt van het havenbestuur is om bedrijven die aanzienlijk verlies leden door de blokkades te ondersteunen in juridische geschillen, zonder zelf het voortouw te nemen. Dit is een subtiele maar belangrijke verschuiving ten opzichte van de eerdere benadering, waarbij direct overleg werd gezocht met de betogers. De burgemeester merkt intussen bij HLN op dat de huidige groep betogers moeilijker te bereiken is, aangezien zij individueel handelen en niet vertegenwoordigd worden door een organisatie.
Met de geplande acties op 14 maart in het vooruitzicht, zijn het stads- en havenbestuur en het politiekorps in overleg om een herhaling van de verstoringen te voorkomen. Hoewel er tijdens de vorige incidenten geen processen-verbaal werden opgesteld, is men bereid de situatie nauwlettend te monitoren en proactief te handelen om de openbare orde te handhaven en de cruciale economische functie van de haven te beschermen.
